• 21 mrt 2017
  • Blog
  • Pensioen

Drie voorwaarden aan nieuw pensioenstelsel

Een houdbaar pensioenstelsel moet voldoen aan drie belangrijke voorwaarden, schrijven Jan Tamérus en Dick Boeijen in Pensioen Bestuur & Management.
Dick Boeijen 480X480 Pggm

Dick Boeijen

Strategisch ALM-adviseur

Persoonlijk pensioenvermogen

Verzilveren voordelen

Een veel gehoorde stelling: de in Nederland nog steeds dominante uitkeringsovereenkomst is niet toegerust voor de 21ste eeuw. Vaak direct gevolgd door nog een stelling: een houdbaar pensioencontract toegesneden op persoonlijke pensioenvermogens.

De voordelen
Wij onderschrijven beide stellingen. In een regeling met persoonlijk pensioenvermogen wordt jaarlijks een leeftijdsonafhankelijke premie aan de eigen pensioenpot toegevoegd. Samen met het beleggingsrendement groeit die pot aan tot een pensioenvermogen waaruit, vanaf een door de deelnemer zelf te bepalen moment, pensioen kan worden genoten. Een dergelijke regeling kent belangrijke voordelen ten opzichte van de huidige uitkeringsovereenkomst:

  1. Het systeem is actuarieel fair en kent geen ondoorzichtige overdrachten van jong naar oud.
  2. De premielast is beheersbaar en loopt niet meer op met de vergrijzing.
  3. Een persoonlijk pensioenvermogen is gemakkelijk mee te nemen naar het fonds van een nieuwe werkgever; er is geen ingewikkelde rekenexercitie meer nodig.
  4. Maatwerk in beleggingsrisico is gemakkelijk te implementeren, waardoor een van de angels uit het generatiedebat kan worden gehaald. Jongeren en ouderen kunnen weer zonder ruzie samenwonen in hun pensioenfonds.
  5. Er komt ruimte voor individuele keuzevrijheid en voor verbinding van wensen ten aanzien van pensioen, zorg en wonen.
  6. We zijn verlost van dure schijnzekerheid. Dat moet, omdat de risico’s van demografi en financiële markten onontkoombaar zijn. en het kan, omdat in het persoonlijk pensioenvermogen klip en klaar over deze risico’s kan worden gecommuniceerd.


Het allerbelangrijkste argument: de deelnemer. Hij vertrouwt het huidige pensioencontract niet meer. Dat is ook niet verwonderlijk. in de uitkeringsovereenkomst krijgt de deelnemer, tot op de euro nauwkeurig, een pensioenuitkering voorgespiegeld, ingaande vanaf een vooraf vastgestelde pensioenleeftijd. Maar voordat hij daadwerkelijk met pensioen gaat, zijn zowel de hoogte van de uitkering als de ingangsdatum daarvan al meerdere keren bijgesteld, in het nadeel van de deelnemer. “Maar we hebben prachtige beleggingsrendementen gehaald”, zegt het pensioenfonds dan ook nog eens doodleuk.

Met het persoonlijk pensioenvermogen kunnen we aan deelnemers en gepensioneerden laten zien dat het pensioenfonds waarde toevoegt. Ook na een slecht beleggingsjaar zien zij immers dat hun pensioenvermogen nog steeds een stuk hoger is dan de som van ingelegde premies. Voor jongeren vormt persoonlijk pensioenvermogen het bewijs dat de ouderen er niet met hun pensioen vandoor gaan. Een belangrijke boost voor het deelnemersvertrouwen.

Om de voordelen van persoonlijk pensioenvermogen te verzilveren moet aan drie voorwaarden worden voldaan: voldoende inleg, voldoende rendement en voldoende bescherming. Want het doel is en blijft een goed en stabiel pensioen voor opeenvolgende generaties.

Voldoende inleg
In geval van persoonlijke pensioenvermogens start het beleidstraject bij de pensioenambitie. Dat de premie het startpunt is, omdat het define contribution betreft, is wat ons betreft een misvatting. Deze ambitie wordt op de cao-tafel bepaald, passend bij de behoeften en wensen van de deelnemers in de pensioenregeling. Het gaat dan om de hoogte van het pensioen en de spreiding daaromheen, de risicohouding. Omdat het om een ambitie gaat en geen garantie, zal de cao-tafel zich ook moeten uitspreken over de vraag hoe groot de kans op het niet halen van de gewenste pensioenhoogte maximaal mag zijn. De premie-inleg moet vervolgens ook echt corresponderen met deze pensioenambitie. Juist in een regeling met persoonlijk pensioenvermogen is dit een cruciaal aandachtspunt. De oeso benoemt een te lage premie-inleg niet voor niets als de grootste bedreiging voor een adequaat pensioen.

Voldoende rendement
De premie-inleg vormt de basis voor de opbouw van het persoonlijk pensioenvermogen. De aangroei van deze premies vindt plaats uit beleggingsrendement. In de thans gangbare pensioenregelingen bestaat het uiteindelijke pensioenresultaat voor ongeveer een kwart uit premie en driekwart uit rendement. De helft van dat rendement wordt verdiend na pensioeningang.
Het is voor een goed en betaalbaar pensioen dus cruciaal dat er voldoende ruimte is voor het realiseren van beleggingsrendement, ook in de uitkeringsfase. In dat opzicht juichen we de onlangs aangenomen Wet verbeterde premieregeling toe. Deze wet maakt het voor gepensioneerden mogelijk om rendement te maken op het opgebouwde pensioenkapitaal.

Voldoende bescherming
We weten: geen rendement zonder risico. En de doelstelling is niet alleen een goed, maar ook een stabiel pensioen, met voldoende bescherming tegen al te grote verrassingen. Die bescherming is tweeledig. In de eerste plaats dienen we de deelnemer te beschermen tegen verkeerde beslissingen op het gebied van inleg en beleggingsbeleid. Dat klinkt paternalistisch, maar diverse onderzoeken leren dat deelnemers op deze punten helemaal niet kunnen en ook niet willen kiezen. Omdat deze pensioenkeuzes ingewikkeld zijn en met een hele batterij aan bureaucratische formaliteiten gepaard gaan, zouden we de deelnemer hier eigenlijk niet mee lastig moeten vallen en dus zeker geen wettelijke verplichting tot het bieden van keuzes moeten voorschrijven. In dat opzicht zijn we juist niet enthousiast over de Wet verbeterde pensioenregeling.

In de tweede plaats dienen we de onvermijdelijke risico’s, ook die op de financiële markten, niet op het individuele bordje van de deelnemer te leggen, maar onderling te delen. Zo kunnen we de economische pieken en dalen tegen elkaar uitruilen. De maatschappelijke waarde van het tweedepijlerpensioen rechtvaardigt dit eeuwenoud beproefd concept: de vette jaren gebruiken we om de magere jaren te compenseren. De uitdaging hierbij is om de risicodeling niet ten koste te laten gaan van de uitlegbaarheid en het deelnemersvertrouwen.

Tot slot
Persoonlijke pensioenvermogens kunnen een belangrijk middel zijn om ons pensioen weer toekomstbestendig te maken. Om deze kans te verzilveren moeten we de toekomstige pensioenregelingen invullen langs de drie genoemde, onderling samenhangende voorwaarden. Voldoende inleg, voldoende rendement en voldoende bescherming maken een goed en stabiel pensioen, toegesneden op de eisen van de 21ste eeuw, tot een haalbare doelstelling.

Artikel delen of printen

klik op het icoon