Een beperkte evaluatie van het FTK: Een gemiste kans?
Deze evaluatie is uitgevoerd door Willis Towers Watson (WTW), in opdracht van het ministerie van SZW. WTW sprak in het kader van het onderzoek met wetenschappers, toezichthouders, pensioenfondsen, consultants en werkgevers- en werknemersorganisaties. In de begeleidende brief duidt de minister de resultaten van het onderzoek en worden vervolgacties geschetst.
In de met collega Hans Staring opgestelde quickscan geven wij een uitgebreide toelichting en duiding bij het rapport. De belangrijkste opmerkingen die wij mee willen geven zijn:
- De evaluatie is alleen uitgevoerd op de onderdelen van het FTK die per 1 januari 2015 zijn gewijzigd. Het is dus geen evaluatie van het FTK als geheel. Wat ons betreft was het beter geweest als de evaluatie van het FTK wel een bredere scope had gekregen en de conclusies in een breder kader waren geplaatst.
- De beperkte scope heeft er toe geleid dat aan een aantal onderdelen van het FTK geen tot weinig aandacht is besteed. Op enkele van die punten zien wij echter knelpunten in het huidige toezichtskader. Voorbeelden hiervan zijn de aanpassing van de UFR-methodiek, regels rondom het inhalen van verlagingen en gemiste indexatie en de eis rondom het minimaal vereist eigen vermogen.
- Op enkele punten in het rapport, zoals bij de maatregelen voor premiestabiliteit, volgt de conclusie niet uit interviews met de sector of uit DNB-data, maar komen de onderzoekers met hun eigen mening naar voren. Op deze punten kan de indruk ontstaan dat de evaluatie tot deze conclusies heeft geleid en dat deze conclusies daardoor voor waar kunnen worden aangenomen.
Met de invoering van het nieuwe FTK beoogde het kabinet vijf doelen te bereiken. Het rapport is op hoofdlijnen positief over de bijdrage van de aanpassingen in het FTK aan deze doelstellingen. We lopen de doelen kort langs:
- Het voorkomen van abrupte, omvangrijke verlagingen, zonder noodzakelijke herstelmaatregelen uit te stellen
• In de evaluatie wordt geconcludeerd dat het voorkomen van abrupte en omvangrijke kortingen is gelukt. Onder de oude regelgeving hadden meer en omvangrijkere kortingen plaatsgevonden. De doelstelling om herstelmaatregelen daarbij niet uit te stellen is echter niet behaald. - Tegengaan van de spagaat tussen koopkrachtbehoud en nominale zekerheid
• De evaluatie oordeelt positief over de impact van de aanpassingen die in dit kader in het FTK zijn doorgevoerd. De aanpassing van de herstelplan systematiek zorgt er voor dat korte termijn sturing minder plaats heeft gevonden en daarmee wordt de spagaat beperkt. De eenmalige mogelijkheid tot vergroting van het risicoprofiel wordt door een meerderheid van de fondsen ook positief beoordeeld. - Meer stabiliteit bij de financiële sturing
• De evaluatie oordeelt verdeeld over de maatregelen die in dit kader zijn opgenomen in het FTK. De evaluatie is positief over de introductie van de beleidsdekkingsgraad. Wel ziet men dat de beleidsdekkingsgraad in de communicatie tot verwarring kan leiden. Ook is de evaluatie positief over de ruimere mogelijkheid voor spreiden van mee- en tegenvallers. De evaluatie is negatief over de verplichting de reële dekkingsgraad vast te stellen en te moeten communiceren. - Stabiele pensioenpremies
• In de evaluatie wordt geconcludeerd dat het doel van het kabinet met de nieuwe maatregelen in het FTK is bereikt. Premies zijn de afgelopen jaren stabiel gebleven. Pensioenfondsen zijn positief over de mogelijkheden tot premiedemping en het vervallen van de bijdrage-aan-hersteleis. - Fondsbesturen stellen hun financiële beleid op voorhand vast
• Over het algemeen is de evaluatie positief over de gedachte achter de maatregelen in dit kader. Er worden wel een aantal kanttekeningen geplaatst, bijvoorbeeld bij de technische uitwerking van bijvoorbeeld de haalbaarheidstoets en de beperking van de discretionaire ruimte van het bestuur.
Minister Koolmees geeft aan dat de evaluatie laat zien dat de beoogde doelen in belangrijke mate zijn gerealiseerd. De minister geeft aan dat fundamentele vragen over de inrichting van het FTK en het pensioenstelsel geen deel uitmaken van deze evaluatie, maar dat deze elementen worden meegenomen in de discussie over het gehele stelsel. Samen met pensioenfondsen en toezichthouders wil minister Koolmees overleggen hoe minder fundamentele aspecten effectiever en doelmatiger kunnen worden ingericht. Concreet gaat dat om de reikwijdte van de beleidsdekkingsgraad, de berekeningswijze van de reële dekkingsgraad en de technische vormgeving van de haalbaarheidstoets. PGGM kan zich vinden in deze vervolgacties en denkt graag mee.
Artikel delen of printen
klik op het icoon