Het begint bij de deelnemer
PGGM en Pensioenfonds Zorg en Welzijn hebben bij het vormgeven van de nieuwe pensioenregeling (de financiële opzet) het deelnemersperspectief als uitgangspunt genomen. Niet als ‘sluitpost achteraf’ (“We moeten het ook nog netjes gaan communiceren”), maar juist als vertrekpunt vóóraf. Dat leidde tot een rijker besluitvormingsproces met breder gedragen besluiten.
Actuaris Dick Boeijen en adviseur Productstrategie Marion Beekmans hebben in het hele traject op weg naar de nieuwe pensioenregeling nauw samengewerkt en delen graag hun bevindingen.
Wat deden jullie anders dan anders bij dit project?
Bij pensioen gaat het vaak in eerste instantie over cijfers en sommen. Hoeveel pensioen krijgt de deelnemer? Hoeveel kunnen we indexeren? Hoe verdelen we het vermogen eerlijk in het nieuwe stelsel? Een eerste reflex van ons in de pensioenwereld is om te gaan rekenen en becijferen. Allemaal met de beste bedoelingen, maar dan wordt het deelnemersperspectief nogal eens uit het oog verloren.
In de sector zie je ook vaak dat we ons dan gaan afvragen hoe begrijpelijk het is voor de deelnemer of hoe wij het beste onze keuzes kunnen uitleggen. Dat is niet wat wij bedoelen met het deelnemersperspectief is. Het deelnemersperspectief is een basisingrediënt bij de ontwikkeling en geen sausje om het af te maken.
We hebben om tot een financiële opzet te komen het gehele traject multidisciplinair aangepakt. Experts op het gebied van productstrategie, deelnemercommunicatie, actuarissen, juristen en uitvoeringsexperts werkten vanaf het begin samen.
Al die disciplines spreken verschillende talen en denken ook echt anders. Op die manier ontstond een rijk palet aan perspectieven. We kwamen tot vijf perspectieven die samen moesten leiden tot een evenwichtige financiële opzet. De perspectieven die we definieerden hadden betrekking op de behoefte van de deelnemer, de financiële dimensie, het uitvoeringsperspectief, het omzetten van de pensioenen naar het nieuwe stelsel en het perspectief vanuit de verplichtstelling.
Hoe hebben jullie de behoefte van de deelnemer een plek gegeven?
Door te beginnen bij de deelnemers. Simpelweg hebben we de deelnemers gevraagd naar hun wensen en mening met betrekking tot de verschillende elementen van de nieuwe pensioenregeling. Dit hebben we zowel via kwalitatief als kwantitatief onderzoek gedaan. Zo hebben we mooie inzichten opgedaan. Door de deelnemersbehoefte centraal te stellen bij de ontwikkeling van het pensioenaanbod werken we samen aan een congruent een aantrekkelijke geheel voor de deelnemer.
Hoe hebben jullie de uitkomsten van het onderzoek verwerkt in de financiële opzet?
Tussen de wereld van de deelnemer en de ontwikkeling van een pensioenregeling zit een groot gat. De experts hebben gedetailleerde technische informatie nodig die de deelnemer niet kan geven. Toch hebben deelnemers wel beelden, voorkeuren, gedrag en behoeftes.
Door de informatiebehoefte van de experts op te delen in onderwerpen voerden we de gesprekken met deelnemers. De complexe onderwerpen vertaalden we in aansprekende voorbeelden en overzichtelijke afwegingen. Waar nodig gebruikten we daarbij simpele rekensommen. Dit klinkt simpel maar zorgde intern voor de nodige en nuttige discussies!
We zoeken daarbij ook naar de achterliggende redenen van voorkeuren en afwegingen. Die geven ons (samen met de theorie) de meeste handvatten. Deze hebben we vertaald naar inzichten die de experts kunnen gebruiken voor het maken van één collectieve regeling.
De deelnemer geeft eigenlijk een kader of richting waarbinnen de professionals hun werk kunnen doen.
Welke uitdagingen gaf deze nieuwe aanpak?
Het bleek best moeilijk om de verschillende vragen en afwegingen zodanig aan de deelnemers voor te leggen dat we waardevolle antwoorden terug kregen die we konden gebruiken voor de beleidsvorming. Dat vergde geduld en creativiteit.
Welke inzichten heeft deze nieuwe aanpak jullie gegeven?
Voor de goede orde: het centraal stellen van het deelnemersperspectief staat niet gelijk aan precies doen wat de deelnemers individueel wensen. Zo simpel is het niet. We hebben uiteindelijk één collectieve regeling voor iedereen. Deelnemers geven ook zelf aan in onderzoek dat zij niet de rol van de expert willen hebben, maar wél dat naar hen wordt geluisterd.
Het PFZW-bestuur moet zelf de afwegingen maken met betrekking tot een rechtvaardige verdeling van het pensioenvermogen en een stabiele uitvoering van de pensioenregeling. Want onder aan de streep vormen de deelnemers één van de vijf perspectieven, naast financiële, uitvoerings-, invaar- en verplichtstellingsperspectieven. Die vijf moeten in balans zijn.
Maar één ding is zeker: als je het deelnemersperspectief vanaf het begin niet meeneemt, dan krijgt het nooit gewicht!
Artikel delen of printen
klik op het icoon