Meetbare impact van een astmamedicijn
Samen met AstraZeneca, onderdeel van onze impactportefeuille, hebben we een project gestart om de impact te meten van een onlangs ontwikkeld astmamedicijn.
Met onze Beleggingen in Oplossingen (BiO) willen wij een goed financieel rendement en tegelijkertijd tastbare positieve maatschappelijke impact creëren. Het meten van die impact is voor ons een noodzakelijke stap, maar in veel gevallen een ingewikkeld proces. Hiervoor zoeken wij nauwe samenwerking met de ondernemingen waarin wij beleggen namens onze klanten.
Eerder schreef ik over onze succesvolle uitwisseling op dit gebied met het Britse chemiebedrijf Croda. Deze onderneming heeft naar aanleiding van onze gesprekken toegezegd om in haar komende jaarverslag aandacht te gaan besteden aan impactmeting, vooral in de voorkoming van CO2-uitstoot en de beperking van watergebruik.
Inmiddels zijn wij ook met het Brits-Zweedse farmaciebedrijf AstraZeneca in overleg over impactmeting. AstraZeneca ontwikkelt en verkoopt medicijnen tegen onder andere kanker, maag-darm aandoeningen, hart- en vaatziekten, zenuw- en luchtwegaandoeningen, diabetes en infectieziekten. Veel van deze ziekten staan in de World Health Organization-lijst van meest levensbedreigende aandoeningen en de producten van AstraZeneca leveren een positieve bijdrage aan het terugbrengen van het aantal slachtoffers.
Maar het nauwkeurig meten van impact is geen eenvoudige zaak voor een wereldwijd opererende onderneming. Het aantal patiënten dat behandeld wordt is moeilijk te meten: de onderneming verkoopt haar medicijnen via een breed scala aan distributiepartijen; de toediening en looptijd van medicatie is afhankelijk van de aandoening en het stadium van de ziekte en de uiteindelijke prijs die de maatschappij betaalt voor het medicijn is niet eenvoudig te herleiden.
Deze omstandigheden maken het voor de onderneming buitengewoon moeilijk om uit te rekenen 1) wat de medicijnen aan totale kostenbesparingen in de waardeketen opleveren en 2) hoeveel reductie van het aantal ziektedagen wordt bereikt wanneer patiënten medicatie van AstraZeneca slikken. Daardoor is het ook voor ons als belegger in de onderneming lastig om te berekenen wat onze impact via deze belegging is.
Uiteraard laten wij ons niet zomaar uit het veld slaan. Rekening houdend met bovenstaande complexiteit hebben wij AstraZeneca onlangs voorgesteld impactmeting te starten vanuit één regio en één medicatie voor één aandoening. Deze case kan dan in een later stadium fungeren als platform voor het meten van impact voor meer medicijnen in meer landen.
In overleg met de onderneming hebben we gekozen om de impact te meten van een medicatie tegen eierstokkanker in combinatie met een verplichte diagnostische test in Nederland. Het medicijn betreft Lynparza. De werkzame stof in het medicijn is in staat om kankercellen te vernietigen die een afwijking in het borstkankergen hebben. Het medicijn doet dit door een enzym te blokkeren, waardoor DNA de kans krijgt te herstellen.
Lynparza wordt gebruikt voor de behandeling van eierstokkanker wanneer 1) een mutatie in het borstkankergen is aangetoond en 2) chemotherapie een positief effect heeft op de tumor nadat de tumor weer teruggekomen is na operatieve verwijdering. In overleg met ons stelt AstraZeneca een aantal indicatoren op dat ons de mogelijkheid geeft de kosteneffectiviteit van Lynparza voor deze specifieke patiëntengroep in Nederland te meten. Dit vormt de basis van de impactmeting waarop wij de komende jaren hopen voort te bouwen, samen met AstraZeneca. Zo komen we steeds weer een stap verder met het in kaart brengen van onze duurzaamheidsbijdrage.
klik op het icoon