Impact: voor geduldige beleggers
Beleggen met impact
‘Impactbeleggen’ is populair. In dit artikel wordt ingegaan op het waarom, wat en hoe van impactbeleggen. En op de cruciale vraag of maatschappelijke impact ten koste gaat van het financieel rendement. Om met dat laatste te beginnen: nee. Voor pensioenbeleggers als PGGM mag ‘impact’ simpelweg niet ten koste gaan van financieel rendement, zeker niet met de huidige dekkingsgraden.
Dat hoeft ook niet, volgens een toenemend aantal academische studies, en onze eigen overtuiging dat duurzaamheid uiteindelijk loont. Volgens McKinsey (2015) ligt hier zelfs dé kans voor geduldige beleggers, omdat zij zich kunnen richten op, en profiteren van, de kansen die megatrends als klimaatverandering en vergrijzing bieden.
Maar waarom zouden pensioenvermogensbeheerders zich sowieso inlaten met impact beleggen? Daarvoor zijn een aantal redenen. Een reden is herstel van vertrouwen in de financiële sector. Dat is gebaat met pensioenbeleggingen die behalve een goed financieel rendement ook een positief maatschappelijk effect hebben, zoals recentelijk ook De Nederlandsche Bank en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid onderschrijven. Een andere reden is dat vooral jongere pensioendeelnemers (‘generatie Y’) vragen om een beleggingsbeleid dat inspeelt op de maatschappelijke uitdagingen waarmee zij zullen moeten leven. Verder is impactbeleggen voor klanten en beleggers een bron van inspiratie, motivatie en innovatie.
Uiteindelijk is het vooral ook een terugkeer naar de basis: een goed rendement maken door te beleggen in de reële economie, in oplossingen voor mens, maatschappij en milieu. Dat is ook de missie van PGGM: beleggen voor een waardevolle toekomst waarin mensen kunnen genieten van een goed pensioen in een leefbare wereld.
Behalve de motivatie heeft PGGM ook de gelegenheid om te beleggen met impact. Onze grootste klant PFZW heeft ons de opdracht gegeven om tot 2020 tenminste 20 miljard euro te beleggen in oplossingen voor het klimaat, water, voedsel en gezondheid. De keuze voor deze aandachtsgebieden werd gemaakt op grond van fiduciaire verantwoordelijkheid (waarmee moeten we rekening houden), capaciteit (waar kunnen we een verschil maken) en identiteit (waar willen we om bekend staan).
VN Sustainable Development Goals
In 2015 zagen de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties het licht: 17 werelddoelen voor een duurzame samenleving. Daarmee hebben beleggers een algemeen geaccepteerd raamwerk om hun impactbeleggingen op te richten.
Wat?
Om impactbeleggen duidelijk aan te laten sluiten bij de SDG’s heeft PGGM samen met APG de term ‘Sustainable Development Investments’ (SDI) geïntroduceerd. Hiermee willen wij aangeven dat impactbeleggen door institutionele beleggers een andere benadering vergt dan die door ideële impactfondsen wordt gevolgd. De kern van die benadering is dat wij ook van SDI’s tenminste een marktconform rendement eisen. Een belangrijke consequentie is dat institutionele beleggers met primair een financiële doelstelling niet ook kunnen sturen op de omvang van specifieke maatschappelijke resultaten (wel op de richting). Daarin verschillen pensioenfondsen fundamenteel van impactfondsen.
De evolutie van verantwoord beleggen
SDI is het volgende stadium in de evolutie van verantwoord beleggen. Die begon met het uitsluiten van ondernemingen op basis van ongewenste producten, zoals clusterbommen of tabak. Daarna kwam de verduurzaming van beleggingen door meer rekening te houden met risico’s op het gebied van milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur (ESG) en door actief aandeelhouderschap, zoals het stemmen op aandeelhoudersvergaderingen en ‘engagement’ met ondernemingen.
Na het uitsluiten en veranderen van wat we níet willen, spreken institutionele beleggers zich met SDI uit voor wat we wél willen (‘from process to purpose’). Dit is nieuw voor vermogensbeheerders die niet van nature geneigd zijn om hun beleggingen te richten op de wenselijkheid van uiteindelijke, reële resultaten. Het is ook nodig: grote problemen vragen om grote oplossingen en alleen met SDI is een schaalsprong mogelijk van miljoenen naar miljarden euro’s, zodat de Sustainable Development Goals bereikt kunnen worden.
Hoe?
SDI’s zijn geen aparte beleggingscategorie en kunnen worden gedaan in alle beleggingscategorieën die toegang geven tot relevante oplossingen voor specifieke werelddoelen. Behalve via private markten voor aandelen, leningen, infrastructuur of vastgoed, kunnen deze beleggingen ook worden gedaan via de grotere publieke markten voor aandelen en obligaties. Waar moeten, behalve aan de verwachting van een marktconform rendement, SDI’s nog meer aan voldoen?
Ze moeten:
- Op basis van een bewuste en transparante beleggingsstrategie zijn.
- Gericht zijn op specifieke oplossingen die bijdragen aan een of meerdere SDG’s.
- Leiden tot resultaten die substantieel zijn.
- Meetbaar zijn.
Hieronder beschrijven we deze vier criteria.
- Intentioneel
Een bewuste strategie op het niveau van beleggingsbeleid, asset allocatie, mandaatof fondsbeheer garandeert de intentie om positieve impact te genereren. Dit ‘intentionaliteitscriterium’ wordt dus toegepast op de institutionele belegger, niet op de individuele belegging (zoals veel impactfondsen doen). - Themagericht
Om vast te stellen of de producten of diensten van een onderneming een positieve bijdrage leveren, heeft PGGM voor de thema’s klimaat, water, voedsel en gezondheid brede clusters van relevante oplossingen opgesteld. Deze zijn noch volledig noch definitief, maar wel richtinggevend. - Substantieel
Of de positieve bijdrage van een onderneming substantieel is, bepalen we op basis van het percentage van de omzet dat uit betreffende oplossingen komt, of op basis van het marktaandeel. We kijken daarbij naar de impact van de producten en diensten (het ‘wat’), niet zozeer naar de bedrijfsvoering (het ‘hoe’), al moeten uiteraard ook impactbeleggingen voldoen aan minimumstandaarden zoals het Global Compact van de Verenigde Naties. Maar er zijn uitzonderingen. De bijdrage van zogenaamde ‘Acknowledged Transformational Leaders’ aan een of meer werelddoelen kan ook substantieel zijn, niet vanwege specifieke producten of diensten maar vanwege een baanbrekende en algemeen erkende, positieve invloed op de sector of waardeketen. Unilever is hiervan een goed voorbeeld. De onderneming maakt zich sterk voor de duurzame productie van grondstoffen zoals palmolie. - Meetbaar
Het vierde criterium is dat de impact van ondernemingen of projecten meetbaar moet zijn. Het meten van impact staat nog in de kinderschoenen, maar is van essentieel belang voor de geloofwaardigheid van SDI’s en voor de communicatie naar klanten en deelnemers van de bijdrage aan de werelddoelen. Voor de thema’s klimaat, water, voedsel en gezondheid hanteert PGGM een beperkt aantal indicatoren (drie per thema) waarmee we de impact van onze beleggingen in oplossingen zo goed mogelijk kwantificeren. Dit doen we op basis van de gegevens van de ondernemingen waarin we beleggen. Het aantal ondernemingen dat zijn positieve impact rapporteert is nog klein, maar groeiende.
Sustainable Development Investing in publieke markten
In de publieke financiële markten rijst de vraag welk verschil individuele beleggers in beursgenoteerde ondernemingen precies kunnen maken. Het antwoord daarop is tweeledig. Allereerst moeten beleggers bescheiden zijn in hun aanspraken. Zij zijn slechts ondersteunend aan de positieve impact die door de onderneming wordt gegenereerd. Wel kunnen zij een verschil maken door de onderneming aan te zetten tot het (beter) meten van zijn impact.
Een tweede deel van het antwoord is dat institutionele beleggers een belangrijk signaal afgeven naar de markt wanneer zij een deel van het vermogen verschuiven naar ondernemingen met een expliciete bijdrage aan de werelddoelen. Goed voorbeeld doet goed volgen, zo is de redenering.
Er zijn ook dilemma’s. Zo zijn er bijvoorbeeld ondernemingen met oplossingen voor het ene thema die ten koste gaan van het andere thema. Daarnaast zijn er ondernemingen die weliswaar positieve impact genereren, maar wel tegen aanzienlijke ESG-risico’s. Voor dit soort dilemma’s bestaan geen eenduidige spelregels. Wel verplicht PGGM beleggingsteams tot transparantie in de besluitvorming. Waarom is de impact de risico’s waard? Daar hoort ook een communicatietest bij. Kan het maatschappelijk nut van de belegging kort en goed uitgelegd worden aan een algemeen publiek?
Hoeveel?
PGGM heeft met bovenstaande aanpak tot op heden circa 10 miljard euro belegd in oplossingen voor klimaat, water, voedsel en gezondheid, zie figuur 2.
Daarbij zijn geen concessies gedaan aan het beleggingsproces of aan het risicorendementsprofiel van betreffende beleggingscategorieën. Eind 2015 heeft PFZW een nieuw mandaat afgegeven voor beleggingen in oplossingen via beursgenoteerde aandelen. Met de ruime definiëring van bovengenoemde thema’s lijkt het beleggingsuniversum groot genoeg om de bredere markt bij te houden.
Twee voorbeelden van beursgenoteerde ondernemingen:
Thema voedsel (SDG2): Croda levert een zeer gespecialiseerde, essentiële bijdrage aan duurzame verhoging van gewasopbrengsten en daarmee aan voedselbeschikbaarheid, die geworteld is in de strategie van de Crop Science division.
Thema klimaat (SDG7): Vestas Wind Systems is de grootste windturbineproducent ter wereld. Met meer dan 64GW aan geïnstalleerde windenergie levert deze Deense onderneming dan ook een belangrijke bijdrage aan verduurzaming van elektriciteitsopwekking en daarmee aan het beperken van klimaatverandering.
Artikel delen of printen
klik op het icoon