• 08 mrt 2017
  • Blog
  • Pensioen

Pensioen verder aftoppen: niet goed doordacht

​Een aantal politieke partijen wil de hoogte van het salaris waarover pensioen opgebouwd mag worden verder beperken. Dat is geen doordacht plan, schrijft Jesse Martens.

De overheid ondersteunt pensioensparen door pensioenopbouw fiscaal vriendelijk te behandelen. Een gedeelte van het salaris mag belastingvrij opzij worden gezet voor pensioen. Belasting wordt betaald over de uitkering en er is geen sprake van een vermogensrendementsheffing. Pensioenfondsen moeten zich aan dit fiscale kader houden.

In 2014 en 2015 is de pensioenopbouw fors versoberd door de overheid. Het gedeelte van het salaris dat werknemers mogen inleggen is beperkt. In 2015 is er tevens afgetopt: de hoogte van het salaris waarover fiscaal vriendelijk pensioen kan worden opgebouwd is beperkt tot (ongeveer) 100.000 euro bruto. Daarboven kan op individueel-vrijwillige basis nog wel netto gespaard worden voor pensioen, zonder vermogensrendementsheffing.

Een aantal politieke partijen stelt nu voor om verder te draaien aan de aftoppingsknop, zo blijkt uit de verkiezingsprogramma’s en de doorrekening van het Centraal Planbureau.

GroenLinks wil verlagen tot twee keer modaal, ChristenUnie en de SGP tot anderhalf keer modaal. PvdA wil wel de huidige fiscale ruimte behouden (tot 100.000 euro) maar pensioenopbouw slechts tot twee keer modaal verplicht stellen. D66 wil datzelfde tot maximumdagloon (ongeveer 53.000 euro).

Argumenten die genoemd worden om af te toppen zijn: oversparen tegengaan, keuzevrijheid vergroten en geen rol zien voor de overheid bij pensioenopbouw voor hoge inkomens.

Aftoppen is om drie redenen geen goed idee:

  1. Pensioen gaat over de lange termijn. Gevolgen van het sleutelen aan pensioen openbaren zich pas na lange tijd. In 2015 is de pensioenopbouw fors versoberd. Hiermee is de onzekerheid over het werkelijke pensioeninkomen en de toereikendheid daarvan in de toekomst verder toegenomen. Bijvoorbeeld voor mensen met onderbroken carrières. Maar ook nu al blijkt dat de adequaatheid van pensioen voor hoge inkomens dalende is (dalende vervangingsratio’s). Dit is niet alleen belangrijk voor individuen maar ook voor de samenleving als geheel. Met goede (kapitaal gedekte) pensioenen is Nederland beter voorbereid op de vergrijzing.
  2. Aftoppen en versoberen zijn generieke instrumenten, waarmee geen rekening wordt gehouden met de verschillen tussen mensen. Op huishoudniveau blijkt er veel verschil te zijn met betrekking tot de toereikendheid van pensioen. Zo hebben huurders na pensionering minder besteedbaar inkomen dan kopers (ceteris paribus). Het zou kunnen dat de ene groep te veel spaart en de andere groep te weinig. Aftoppen valt in de categorie ‘de botte bijl’.
  3. Aftoppen raakt ook aan het draagvlak voor het pensioenstelsel. Pensioen is een arbeidsvoorwaarde en deze arbeidsvoorwaarde zou principieel voor zowel hoge als lage inkomens moeten zijn. Als een groeiende groep werknemers (deels) wordt uitgesloten van het pensioenstelsel kan dat op lange termijn het draagvlak negatief beïnvloeden en daar heeft iedereen last van.


Politiek aan zet

Boven de aftoppingsgrens mogen pensioenuitvoerders een netto pensioenregeling aanbieden op individueel-vrijwillige basis. Helaas hebben pensioenfondsen op dit moment met nadelige voorwaarden te maken bij netto pensioen, met een ongelijk speelveld en nadelen voor pensioendeelnemers als gevolg. Dit strookt niet met de bedoelingen van de politiek bij de totstandkoming. In het belang van de deelnemer moet de politiek de huidige netto pensioenregeling zo snel mogelijk aanpassen.

Voor politieke partijen die toch iets willen doen aan oversparen of meer keuzevrijheid in pensioen willen, zijn er alternatieven voorhanden. De perspectieven voor meer maatwerk in pensioen zijn veelbelovend. Op deze manier kan er meer rekening worden gehouden met de specifieke wensen en voorkeuren van pensioendeelnemers. Ook wordt er steeds meer gebruik gemaakt van keuzemogelijkheden in de pensioenregeling, zo schrijven Niels Kortleve en Merle Willemsen. Een eenmalige uitkering op pensioendatum kan daar een goede aanvulling op zijn.

De politiek zou daarbij nooit uit het oog moeten verliezen dat het pensioen er is voor de lange termijn.

Artikel delen of printen

klik op het icoon