Stappen op weg naar verduurzaming
In een brief roept de financiële sector op de energietransitie in Nederland te versnellen. PGGM is mede-ondertekenaar. Als pensioenbelegger zetten we allerlei stappen als bijdrage aan de verduurzaming. Dat hebben we hieronder op een rijtje gezet:
De financiële sector roept op tot een goede samenwerking met overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties, zodat we extra stappen kunnen zetten om de ‘duurzame omslag’ te maken in Nederland. Wat doen we al?
PGGM is overtuigd dat hedendaagse uitdagingen alleen in brede samenwerking kunnen worden aangepakt. Het is allang niet meer het geval dat de overheid exclusief eigenaar is van publieke vraagstukken. Bedrijven pakken in toenemende mate ook verantwoordelijkheid waar zij impact kunnen hebben. Het is dus van belang dat we samenwerken met de verschillende onderdelen van de overheid.
Bijvoorbeeld als het gaat om wanneer het financieel systeem soms onbedoeld drempels opwerpt voor financiers om duurzame keuzen te maken. Daar werken we nauw samen met DNB in het platform voor duurzame financiering. Of als het gaat om de marktverhoudingen in de reële economie die belemmeren dat onze economie meer circulair kan worden, dan zijn we in veel contact met de relevante departementen als EZ en I&M.
PGGM kijkt ook naar zichzelf: waar kunnen wij als organisatie vergroenen?
De focus binnen PGGM ligt zowel op klimaat als op circulaire economie. In eerste instantie kijken we hoe we in onze bedrijfsvoering onze CO2 voetafdruk kunnen verkleinen. Vorig jaar hebben we een ambitieuze doelstelling geformuleerd om de footprint in 2020 met 30 procent te hebben verlaagd. De aandacht gaat hierbij uiteraard in eerste instantie uit naar mobiliteit. Lease-auto’s moeten zuiniger worden in het verbruik en de trein vervangt het vliegtuig op bepaalde trajecten.
De CO2 die we toch uitstoten compenseren we: dat geldt voor het gasverbruik van ons kantoor, de zakelijke kilometers die we rijden, het openbaar vervoer waar we gebruik van maken, het woon-werkverkeer en het (zakelijke) vliegverkeer. Dit doen we via een hout-ovens project in Kenia, die een alternatief bieden voor het traditionele koken op open vuur.
Ook met betrekking tot circulaire economie kijken we wat we zelf bij kunnen dragen. Zo willen we onze inkooptrajecten steeds meer circulair maken en wordt circulariteit meegenomen als het gaat om investeringen en onderhoud aan ons gebouw in Zeist.
Een van de manieren om duurzaamheid te vergroten is publiek-private samenwerking. Wat doen we daarin?
PGGM is via een joint venture met bouwmaatschappij BAM betrokken bij de financiering van de nieuwe zeesluis in IJmuiden, in zijn soort de grootste ter wereld. Het is een tot de verbeelding sprekend voorbeeld van publiek-private samenwerking. Het PPS-concept, waar private partijen inschrijven op publieke projecten die de overheid aanbesteedt, is in Nederland in de afgelopen jaren tot bloei gekomen. In onze nu 6-jarige samenwerking met BAM, die geheel gericht is op PPS-projecten, hebben we alleen al in Nederland een bouwvolume van twee miljard euro mogelijk gemaakt.
Mede met het oog op de duurzaamheidsopgave voor ons land zou het goed zijn als een nieuw kabinet het beleid ten aanzien van publiek-private samenwerking consistent voortzet. Gestandaardiseerde contracten, een heldere risicoverdeling en een duidelijke pijplijn van toekomstige investeringsprojecten bieden voorspelbaarheid die we als pensioenbelegger nodig hebben om kapitaal beschikbaar te maken. Met de overheid willen we graag bekijken hoe we de klimaatdoelstelling nog beter kunnen betrekken in de publiek-private samenwerking.
We hebben ons afgelopen tijd ingespannen om de impact van klimaat in de beleggingen te meten. Dat is een nieuwe, erg complexe uitdaging. Wat is er nodig om hier nog beter greep op te krijgen?
Als pensioenbelegger willen we klimaatrisico’s en klimaatkansen in de beleggingsportefeuille beter kunnen meten, en begrijpen hoe ondernemingen waarin wij beleggen hiermee omgaan. Dat kunnen we nu nog onvoldoende. PGGM maakt sinds vorig jaar deel uit van de Task Force on Climate-related Financial Disclosures die aanbevelingen heeft opgesteld hoe klimaat-gerelateerde risico’s kunnen worden verwerkt in financiële rapportages. Het gaat om vrijwillige rapportagestandaarden voor ondernemingen en beleggers op vier aspecten van klimaatrisico’s en het beheersen daarvan, te weten governance, strategie, risicobeheer, en risicomaatstaven en -doelstellingen.
De brief rept ook van het ondersteunen van koplopers die de transitie versnellen. Wat kunnen we als PGGM doen?
PGGM heeft de afgelopen jaren meerdere instrumenten ontwikkeld om zowel als passieve en als actieve belegger in te spelen op de transitie naar duurzaamheid en ondernemingen en hun sectoren te prikkelen stappen te zetten in de goede richting.
In een passieve aandelenportefeuille hebben we ten behoeve van PFZW een CO2-index ontwikkeld die we toepassen binnen de sectoren energieopwekking, energiewinning en materialen. We bouwen stapsgewijs de aandelenbelangen af in de ondernemingen die achterblijven als het gaat om energy-efficiëntie en verschuiven de vrijkomende middelen naar de koplopers in hun sector. We moedigen achterblijvers aan maatregelen te nemen om hun footprint te verkleinen; de koplopers zien ons grotere belang als een aanmoediging verder te verduurzamen.
Bij het inrichten van een actief beleggingsmandaat hebben we, ook voor PFZW, een geconcentreerde aandelenportefeuille van impactbeleggingen opgebouwd. Een belangrijk thema is daarbij klimaat: grote beursgenoteerde ondernemingen die goed renderen en meetbare oplossingen bieden voor het klimaatprobleem worden in deze portefeuille opgenomen. We werken met deze ondernemingen samen om hun impact op de wereld nog beter meetbaar te maken.
Kunnen we helpen knelpunten op te lossen voor het financieren van duurzame projecten?
PGGM heeft zich ingespannen voor de oprichting van de Nederlandse Investeringsinstelling (NLII). Deze instelling stelt zich ten doel projecten te bundelen waarvoor investeringskapitaal wordt gezocht. De bundeling geeft de schaal die het voor pensioenbeleggers interessant kan maken om er op een efficiënte wijze in te participeren. NLII kan de komende jaren een belangrijke rol spelen in het bij elkaar brengen van vraag en aanbod als het gaat om duurzame projecten en hun financiers.
Wat vinden we van Green Bonds?
PGGM heeft eerder dit jaar voor 330 miljoen euro belegd in groene staatsobligaties die werden uitgegeven door de Franse staat. Daar worden de komende jaren allerlei duurzaamheidsprogramma’s in Frankrijk mee gefinancierd. De Nederlandse staat heeft zulke Green Bonds nog niet uitgegeven. Nederlandse ondernemingen wel: we hebben afgelopen jaren belegd in groene obligaties van Rabobank, ING en ABN Amro en in netwerkbedrijf Alliander dat financiering zocht voor de aanleg van zogeheten ‘smart grids’.
Green bonds vinden we een goed middel om verduurzaming te financieren. We beleggen er echter alleen onder strikte voorwaarden in: een onderneming moet voldoende kredietwaardig zijn, voldoen aan de ICMA Green Bond Principles en de juiste spreadvergoeding bieden. Wij kunnen ze dan kwalificeren als een ‘belegging in oplossingen’: een belegging met marktconform financieel rendement plus duurzaamheidsrendement.
De financiële sector belooft zich in te spannen voor meer energie-efficiënte gebouwen in Nederland, onder meer om bij te dragen aan de verplichting dat alle kantoorgebouwen in 2023 minimaal energielabel C hebben. Wat doen wij?
PGGM heeft wereldwijd voor ruim 22 miljard euro belegd in beursgenoteerd en privaat vastgoed: kantoren, distributiecentra, winkelcentra en woningen. We willen in de periode 2015-2020 de CO2 voetafdruk van deze vastgoedportefeuille halveren. Dat betekent dat we hoge eisen stellen aan de fondsen die voor ons in vastgoed beleggen: we zijn er vast van overtuigd dat energiezuinige panden hun waarde beter behouden dan onzuinige gebouwen.
In Nederland hebben we voornamelijk in privaat vastgoed belegd, in totaal voor ongeveer 1,3 miljard euro. Onze portefeuille voldoet nu al voor 99 procent aan de verplichting dat kantoren in ons land in 2023 zijn voorzien van minimaal label C. Van onze kantoren heeft 69 procent inmiddels label A, en we kunnen voor onszelf de lat nog hoger leggen.
Ook de winkelcentra en de woningen in onze vastgoedportefeuille voldoen in hoge mate aan de strengste energienorm, ruwweg de helft heeft inmiddels label A.
Artikel delen of printen
klik op het icoon