‘With great power comes great responsibility’
Met een nieuw pensioencontract in aantocht, verkennen we in een serie blogs welke rol pensioenfondsen kunnen spelen in de jaren ’20. Aflevering 5, door Stef Vermeulen.
In het huidige pensioencontract zit een weeffout: door de ‘one size fits none’ benadering miskennen we inzichten uit de gedragseconomie. Hoog tijd om dit te herstellen in het nieuwe pensioencontract. De grootste weeffout in het huidige pensioencontract is dat we alles uniform doen: we nemen bijvoorbeeld voor iedereen hetzelfde beleggingsrisico.
Dit terwijl we vanuit inzichten vanuit de gedragseconomie beter weten dan uniformiteit. We kunnen ervoor kiezen om dit te negeren, maar mij lijkt het verstandiger om bij de inrichting van het pensioenproduct daar rekening mee te houden.
Een voorbeeld: we weten dat mensen ‘bijziend’ zijn. De korte termijn ervaren we als veel belangrijker dan de lange termijn. Als we dit vertalen naar pensioen kunnen we stellen dat onze bijziendheid er toe leidt dat verlagingen van pensioen gepensioneerden veel meer (mentale) pijn doet dan jongeren: een gepensioneerde voelt het direct in de portemonnee, een jongere ziet het alleen op zijn digitale UPO. Dit pleit dus niet alleen vanuit de theorie van life-cycle investing voor meer zekerheid in de uitkeringsfase, maar ook vanuit de gedragseconomie.
Er zijn meer gedragsvalkuilen waar we rekening mee moeten houden bij het ontwerpen van een nieuw pensioenproduct. Zo denken we als deelnemer vooral emotiegedreven en instinctief (ons systeem 1) en niet rationeel en doordacht (systeem 2). Ons systeem 2 kost simpelweg teveel energie om continu te gebruiken. Dat heeft gevolgen voor een pensioenproduct: het moet een verplicht product zijn en een passende default moet worden aangeboden, anders leidt dit tot ongelukken: we zouden als niet-rationele wezens niet tijdig en voldoende in actie komen om voldoende pensioen te sparen.
Een andere gedragsvalkuil is dat we een aversie hebben tegen ambiguïteit. Dat zorgt er mede voor dat we besluiten uitstellen, of zelfs helemaal geen besluit nemen. Hier geldt bij het vormgeven van een pensioenproduct hetzelfde als bij de eerder besproken gedragsvalkuil: zorg voor verplichte deelname en een passende default.
Ook een valkuil is dat we denken in ‘laagjes’, ook wel mental accounting genoemd. In een pensioenproduct betekent dat dat deelnemers zekerheid wordt geboden van een minimaal bedrag als uitkering. Daarbovenop komt dan een laag die stuurt op onze gewenste pensioenuitkomst. Idealiter zijn deze bedragen afgestemd op de behoeften en persoonlijke situatie van de deelnemer.
Tot slot hebben we als mens ook last van verliesaversie. Voor het pensioenproduct betekent dit dat het handig is om een bedrag te communiceren dat in ieder geval met zekerheid zal worden uitgekeerd. Dit zorgt ervoor dat we deelnemers vaker positief in plaats van negatief verrassen.
Zo komen we dus aan vier relevante uitgangspunten voor het pensioencontract: verplichtstelling met een passende default, een minimaal te bieden zekerheid, goed gemanagede verwachtingen bij deelnemers, beleggingsrisico afgestemd op leeftijd. Goed aan het huidige pensioencontract is dat veel mensen verplicht pensioen opbouwen. Maar op de andere uitgangspunten gaat het niet goed.
In het nieuwe pensioencontract ontstaat er ruimte om ouderen meer zekerheid te geven dan jongeren, door het beleggingsrisico af te stemmen op de leeftijd. Dit is een grote pre ten opzichte van het huidige contract. Hier zie ik een belangrijke rol voor pensioenfondsen om als trustee voor een passende default te zorgen en daarmee deelnemers te ontzorgen.
De winst die we vervolgens nog kunnen maken zit in communicatie: zorg er voor dat we deelnemers vaker positief verrassen!
klik op het icoon