Group of Dutch investors urges oil and gas companies to take climate action
Joint statement of institutional investors with combined AuM of EUR 1.48 trillion
Sindsdien zijn de energieprijzen enorm gestegen en is energiezekerheid een kritieke kwestie geworden. Hoewel de huidige energiecrisis naar onze opvatting eens te meer aantoont dat we naar niet-fossiele brandstoffen moeten diversifiëren, erkennen we dat de weg naar net zero ingewikkeld is en vraagt om een genuanceerde, pragmatische en toch ambitieuze benadering waarin zowel de aanbod- als de vraagzijde van energie een rol speelt.
Ook al is er in de afgelopen jaren prijzenswaardige vooruitgang geboekt, geen enkel olie- en gasbedrijf heeft ons ervan overtuigd dat hun strategie volledig in lijn is met de doelstellingen in het Akkoord van Parijs.1 Daarom roepen we olie- en gasbedrijven op jegens hun investeerders en het bredere publiek aan te tonen dat hun strategieën zullen bijdragen aan een wereldwijde emissiereductie in 2030 conform het streven de opwarming van de aarde tot 1,5 °C te beperken.2 We doen drie aanbevelingen om dit te realiseren: zet in op koolstofarme oplossingen, leg uit hoe aardgas als transitiebrandstof wordt gebruikt, en wendt de hoge olieprijzen niet aan als reden om meer in olie te investeren.
1) Zet in op koolstofarme oplossingen
Toegenomen bereidheid onder klanten en ondersteuning van beleidsmakers bieden een kans om klanten te doen overschakelen op koolstofarme oplossingen. We houden vast aan de noodzaak van ambitieuze reductiedoelen voor scope 3-emissies maar erkennen dat deze slechts kunnen worden gerealiseerd in combinatie met het koolstofvrij maken van de bedrijven van klanten. Het simpelweg afstoten van activa en verlagen van productie heeft in de praktijk nog niet bewezen te leiden tot globale emissiereducties als de vraag naar fossiele brandstof hoog is.
In plaats daarvan dringen wij er bij bedrijven op aan dat ze de beschikbaarheid van koolstofarme oplossingen vergroten en productiedoelen zodanig instellen dat die in overeenstemming zijn met de geraamde koolstofarme energiemix gericht op beperking van de opwarming de aarde tot 1,5 °C (bijvoorbeeld het Net‐Zero Emissions (NZE) in 2050 scenario van de IEA). Voegen we daarbij uitgebreide klantgerichte betrokkenheidsstrategieën, dan helpen deze acties de vraag naar fossiele brandstoffen te doen afnemen.
2) Leg uit hoe aardgas als overgangsbrandstof wordt gebruikt
Aardgas zal een belangrijke rol spelen als transitiebrandstof ter vervanging van kolen en als oplossing voor problemen met fluctuaties in wind- en zonne-energie. Desondanks blijft het een fossiele brandstof en is het geen langetermijnoplossing. Als een olie- en gasbedrijf blijft investeren in de capaciteit van de aardgasproductie, zal het moeten aangeven hoe dit valt te rijmen met het streven de doelen van het Akkoord van Parijs te behalen. Centraal daarbij is dat het voorziet in de vraag op de korte termijn en in een transitie naar koolstofarme alternatieven. Uit een dergelijke toelichting moet blijken dat het voortgaande gebruik van aardgas een wereldwijde emissiereductie in 2030 conform het Akkoord van Parijs ondersteunt.
3) Gebruik hoge olieprijzen niet als reden om meer in olie te investeren
De vraag naar en het aanbod van olie moet sterk afnemen om de stijgende gemiddelde temperatuur van de aarde te beperken tot 1,5 °C boven het pre-industriële niveau. Het NZE-scenario van de IEA wijst bijvoorbeeld op een reductie van het olieaanbod van 30% van de energiemix in 2020 tot maar 8% in 2050.3 Nieuwe olievelden lopen het risico gestrande activa te worden, omdat projecten gemiddeld pas na vijf tot zeven jaar hun eerste productie leveren.4 Wij dringen er bij bedrijven op aan targets te implementeren in lijn met het Akkoord van Parijs en tegen het gebruik van de huidige hoge olieprijzen als reden om meer in olie te investeren. Bij investeringen in olie moeten bedrijven bovendien met betrekking tot het veld informatie verstrekken over verwachte productiekosten en emissies per vat.
We zijn er nog niet van overtuigd dat olie- en gasbedrijven volledig naar de doelstellingen van het Akkoord van Parijs handelen. We hebben er echter vertrouwen in dat olie- en gasbedrijven die onze suggesties ter harte nemen en hun eigen strategieën volgen het vermogen hebben om actief bij te dragen aan beperking van de opwarming van de aarde tot 1,5 °C.
Niet alleen olie- en gasbedrijven
Deze verklaring biedt aanbevelingen voor olie- en gasbedrijven, maar dat wil niet zeggen dat de verantwoordelijkheid voor de energietransitie uitsluitend bij hen ligt. Een goede kans van slagen is vrijwel uitgesloten zonder de gemeenschappelijke inspanningen van bedrijven die fossiele brandstoffen gebruiken, beleidsmakers (zoals vermeld in de vorige verklaring van de Investor Agenda), consumenten en de financiële gemeenschap. We doen daarom een beroep op alle belanghebbenden om hun verantwoordelijkheid te nemen en samen te werken tegen klimaatverandering door te laten zien dat ze het Akkoord van Parijs serieus nemen.
Dutch Climate Coalition
De Dutch Climate Coalition (DCC) is een groep gelijkgestemde investeerders die de doelstellingen van de Institutional Investors Group on Climate Change (IIGCC) en het initiatief Climate Action 100+ (CA100+) ondersteunt. Deze doelstellingen omvatten de inzet van bedrijven voor de emissiereductie van broeikasgassen in de gehele toeleveringsketen conform de klimaatdoelen van Parijs, een sterk bestuurskader met toezicht op de risico’s van klimaatverandering en verbeterde informatieverstrekking door bedrijven volgens de aanbevelingen van de Task Force on Climate-related Financial Disclosure (TCFD). We hebben met veel ambitie en met een hoge mate van urgentie deze groep geformeerd om de waardeketen van olie en gas aan te moedigen transities te implementeren in het streven de opwarming van de aarde tot 1,5 °C te beperken. In 2023 zullen we onze inspanningen ook richten op bedrijven die veel fossiele brandstoffen gebruiken.
klik op het icoon