Response to call for evidence regarding the EU regulatory framework for Financial Services
Aan het einde van september vorig jaar publiceerde de Europese Commissie een actieplan voor het realiseren van een Kapitaalmarkt Unie.
Het doel van de Capital Markets Union (CMU) is een beter functionerende Europese kapitaalmarkt en daarmee het makkelijker en aantrekkelijker maken om in de EU te investeren: zowel voor degenen die kapitaal vragen (zoals bedrijven) als degenen die kapitaal verschaffen (zoals pensioenfondsen). De CMU is een belangrijke pijler van de jobs and growth agenda van EC-voorzitter Juncker.
Voor pensioenfondsen kan de CMU voordelen bieden omdat het de investeringsmogelijkheden vergroot en kosten verlaagt, met name door het wegnemen van grensoverschrijdende barrières. Dat laatste is belangrijk voor een pensioenbelegger als PGGM, die ongeveer de helft van het pensioenkapitaal van haar klanten in Europa belegt. Het is daarom niet verrassend dat we vorig jaar positief hebben gereageerd op de consultatie van de Europese Commissie.Tot zover de theorie. Om het project handen en voeten te geven heeft de Europese Commissie een Actieplan met 33 concrete punten opgesteld, dat een half jaar geleden werd aangenomen. Dit Actieplan kent een pragmatische aanpak en dat valt te prijzen – niet zelden blijven Europese projecten steken in grote ambities en mooie woorden.
Pragmatische uitwerking
Een aantal punten in het Actieplan is relevant voor pensioenfondsen en hierop zijn positieve stappen gevolgd. Hierbij denk ik in het bijzonder aan de ‘call for evidence’ op het gebied van financiële regelgeving. Daarbij konden belanghebbenden aangeven hoe verschillende regels op elkaar inwerken (en elkaar soms tegenspreken of overlappen) met alle gevolgen van dien voor de economie. PGGM heeft hier ook een bijdrage aan geleverd [PDF]. Alle reacties tezamen hebben de Europese Commissie ongetwijfeld een grote hoeveelheid waardevolle informatie opgeleverd en deze kan worden gebruikt bij het formuleren van voorstellen om regelgeving aan te passen.
Ook zijn de eerste stappen gezet als het gaat om het reguleren van securitisaties. PGGM hecht er veel belang aan dat ook risk sharing transacties die voor PFZW uitgevoerd worden onder de nieuwe EU-regels zullen vallen. Op dit dossier is nu het Europees Parlement aan zet.
De Europese Commissie mijdt geen lastige onderwerpen. Het is bijvoorbeeld positief dat de Commissie de praktijk van de withholding tax nader gaat onderzoeken. Dat is goed nieuws voor PGGM dat veel grensoverschrijdende investeringen doet en daarbij vaak tegen problemen met belastingen aanloopt.
Bij sommige initiatieven hebben we ook zorgen. Zo wordt nagedacht over een Europees regime voor personal pensions in de derde pijler. Dat kan bijdragen aan pensioensparen in bepaalde landen maar beter zou de Europese Commissie samen met de EU-landen de ontwikkeling van de tweede pijler (van arbeid gerelateerde pensioenen waarbij werknemers en werkgevers betrokken zijn, zoals in Nederland) ter hand nemen.
Een meer aantrekkelijke investeringsomgeving?
De vraag is nu: gaat het Actieplan echt het verschil maken? Op die vraag is geen gemakkelijk antwoord te geven.
De Europese Commissie realiseert zich dit ook, en presenteert de CMU dan ook niet als een project dat op zichzelf staat. Voor een concurrerender Europa zijn daarnaast ook structurele economische hervormingen nodig. Om de economische structuur van de EU-landen te versterken, heeft de Europese Commissie daarom ook een investeringsplan opgesteld, ook wel het Juncker-plan genoemd.
Voor pensioenfondsen is een goed werkende kapitaalmarkt een belangrijke voorwaarde, maar ze worden tegelijkertijd met een aantal ontwikkelingen geconfronteerd die tegen het belang van de pensioenspaarders ingaan. Ik noem er twee.
Het ultra ruime monetaire beleid van de ECB heeft aanvankelijk veel problemen helpen voorkomen, maar krijgt nu erg nadelige bij-effecten voor spaarders en pensioenfondsen. Doordat de ECB de rente sterk omlaag drukt, zijn de vergoedingen die pensioenfondsen voor obligaties ontvangen nu laag en in sommige gevallen zelfs negatief. Tegelijkertijd leidt deze situatie tot een search for yield waarbij ook de beloning voor meer risicovolle beleggingen daalt. Dit leidt ertoe dat beleggingsopbrengsten over de hele linie onder druk staan.
Een ander probleem speelt rond de EU-regulering van derivaten. Er is nog altijd geen passende behandeling voor pensioenfondsen binnen de Europese derivatenregelgeving EMIR. Pensioenfondsen dreigen in de toekomst veel meer contanten te moeten aanhouden om als borg te storten bij derivatentransacties. Pensioenfondsen houden nu echter juist weinig contanten aan omdat al het pensioengeld geïnvesteerd is. Het aanhouden van extra cash geeft aanzienlijke extra kosten en daarmee negatieve effecten op pensioendeelnemers. Bovendien maken we ons zorgen over centrale clearing van derivaten in gespannen marktomstandigheden.
Conclusie
Er zijn prima stappen gezet in het kader van de CMU. Het begin is er dus en PGGM zal de uitwerking van de verschillende acties op de voet volgen.
Tegelijkertijd is het noodzakelijk dat we de situatie in een breed perspectief blijven zien. Want met alleen een CMU komen we er niet. We weten wat er moet gebeuren om ervoor te zorgen dat pensioenfondsen hun rol als institutionele belegger goed kunnen vervullen: een investeringsplan dat publiek en privaat samen brengt, een passende oplossing binnen EMIR en perspectief ten aanzien van het monetaire beleid.
PGGM zal, samen met haar partners in Nederland en Europa, hierop blijven aandringen bij de Europese Commissie.
klik op het icoon